Tijdens de 100m sprint op de Memorial Van Damme van 16 september werd de snelheid van Usain Bolt voor het eerst tijdens een competitie via een laser gemeten en geanalyseerd door een team van de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen van de K.U.Leuven. De gegevens vormen uniek referentiemateriaal voor de begeleiding van talentrijke sprinters.
Het team van de K.U.Leuven is op dit vlak reeds actief in trainingscentra in China (Nanjing), Zuid-Afrika (Stellenbosch) en Nederland (Papendal), waar topsprinters begeleid worden. Professor Christophe Delecluse: “De sprint is biomechanisch gezien complexer dan men op het eerste gezicht verwacht. De positie en de snelheid van de loper verandert tijdens de race en we onderscheiden dan ook een aantal fasen waarin de prestatiebepalende factoren verschillen.”
"Met de laser kunnen we de prestatie van de atleet in elke fase accuraat bepalen. Hieruit kunnen we afleiden welke de mogelijke tekorten zijn. Bolts tijden zijn perfect referentiemateriaal om fase per fase te zien waar we onze eigen sprinters nog kunnen bijschaven.”
Bolt 2009 versus Bolt 2011
Het K.U.Leuven-team kon met een laser de snelheid van Bolt 300 keer per seconde meten. Bolt legde de 100 meter af in 9”76. Hij haalde een topsnelheid van 43,99 km/h (12,22 m/s), die hij bereikte na 67,13 meter. Waar lag nu het verschil met zijn wereldrecordrace van 9”58, gelopen in Berlijn in 2009?
Er zijn slechts 3 zones waar Bolt tijd verliest:
Yohan Blake: nieuwe uitdager?
Al was het op de Memorial dus wat 'minder', Usain Bolt scoort op elke fase van de sprint goed. Christophe Delecluse: “Zijn enige ‘zwakke punt’ is zijn start, een logisch gevolg van zijn lange lijf. Ook op de Memorial was die niet geweldig. Maar ook dat is relatief: als je Bolt vergelijkt met vroegere topsprinters, scoort hij gewoon op alle onderdelen goed tot geweldig, terwijl bijvoorbeeld Ben Johnson uitblonk in de acceleratie, en Carl Lewis het vooral van zijn fenomenale topsnelheid moest hebben.”
Inmiddels stond er alweer een nieuw sprintfenomeen op. Bolts trainingsmaatje Yohan Blake, nog maar 20 jaar, bleef op de Memorial met 19’’26 slechts een fractie boven Bolts buitenaardse wereldrecord op de 200 meter. Delecluse: “Blake nam dan nog eens een verschrikkelijk slechte start. Met een betere reactiesnelheid was hij onder het wereldrecord van Bolt gedoken.”
“Na Bolt dacht ik dat de toekomst aan de grote sprinters was: mannen met een grote beenlengte die toch snelheid kunnen maken. Maar Yohan Blake is helemaal niet zo groot. Daarom blijft ons onderzoek zo interessant: de absolute toppers zijn mannen met totaal verschillende lichaamsbouw. Enkel een detailanalyse van elke fase van hun race kan de verschillen tussen hen blootleggen.”
Het K.U.Leuven-team van het Departement Biomedische Kinesiologie
Het K.U.Leuven-team van het Departement Biomedische Kinesiologie bestaat uit: projectleider Christophe Delecluse, toptrainer en sprintcoach Rudi Diels (ook praktijkassistent FaBeR) en doctoraatsbursaal Sofie Debaere.
Professor Christophe Delecluse
Departement Biomedische Kinesiologie
tel. 016 32 90 76
e-mail: christophe.delecluse@faber.kuleuven.be.